Knorretje is geheel door water omringd

Het regende, en het regende en het regende. Knorretje keek door het raam naar buiten en staarde naar de oneindige hoeveelheid waterdruppels dat uit de hemel naar beneden kwam. Nog nooit in zijn leven had hij zoveel regen gezien.

“Was ik maar samen met Poeh,” dacht Knorretje, “of met Janneman Robinson, of met Konijn, voordat de regen begon. Dat had ik me niet hoeven te vervelen. Dan zouden we praten over de regen. Dan zou ik tegen Poeh zeggen: ‘Heb je ooit zoveel regen gezien, Poeh?’ En dan zou Poeh zeggen: ‘Het is vreselijk, hè, Knorretje?’ We zouden er uren samen over kunnen praten.”

Knorretje vond het best spannend worden, nu de kleine beekjes zich met zoveel water vulden dat ze begonnen te overstromen. Het water verzamelde zich rondom het huis van Knorretje en hij vroeg zich af wanneer al dat water zijn bed zou bereiken.

“Het is een beetje eng,” zei Knorretje tegen zichzelf, “om een heel klein dier te zijn, dat helemaal omringd is door water. Janneman Robinson en Poeh zouden aan het water kunnen ontsnappen door in een boom te klimmen. Kanga zou er met grote sprongen overheen kunnen springen en Uil zou gewoon weg kunnen vliegen. Iejoor kan zoveel lawaai maken dat hij daarmee gered zou worden. Maar hier ben ik, omringd door water, en ik kan niets doen!”

Het bleef regenen. Elke dag kwam het water een beetje hoger en reikte al bijna Knorretjes raam.


knorretje is geheel omringd door water

“Wat zou Poeh doen?” vroeg Knorretje zich af. “Poeh doet meestal domme dingen, maar alles eindigt bij hem altijd goed. En Uil? Uil heeft kennis en weet veel. Hij zou precies weten wat hij zou moeten doen als hij omringd zou zijn door water. En Konijn verzint altijd wel iets wat hij kan doen. En Kanga? Die zou precies het juiste doen om Roe te redden. En dan hebben we nog Iejoor. Die zou zich zo ellendig voelen dat hij er geen erg in zou hebben. Maar ik vraag me wel af wat Janneman Robinson zou doen.”

Toen herinnerde Knorretje zich het verhaal van Janneman Robinson over een man die op een verlaten eiland was gestrand en een briefje in een fles had gedaan en deze in de zee had gegooid. Knorretje dacht als hij een briefje in een fles zou doen en het in het water zou gooien, misschien zou iemand hem dan komen redden!

Hij zocht in zijn huis naar een klein droog papiertje, een potlood en een fles met een kurk en hij schreef op de ene kant van het papiertje:

HELP!
KNORRETJE (IK)

en op de andere kant van het papiertje:

IK BEN HET, KNORRETJE, HELP HELP

Toen deed hij het papiertje in de fles met de kurk erop en hij leunde uit het raam zo ver mogelijk als het ging. Ook de fles gooide hij zo ver hij kon. Plons! Daar dreef de fles in het water en dobberde weg in de verte. Knorretje zag het langzaam wegdrijven en hij bleef de fles volgen tot zijn ogen pijn deden van het kijken en de fles niet meer zag. Hij realiseerde zich dat hij het nooit meer zou zien en dat hij alles had gedaan om zichzelf te redden.


Winnie de poeh

“Zo, nu moet ik het overlaten aan anderen om me te redden,” zuchtte Knorretje, “want zelf kan ik het niet, want ik kan ook niet zwemmen, dus ik hoop dat er snel iemand komt om me te redden.” Toen zuchtte Knorretje nog eens diep en zei: “Ik wou dat Poeh hier was, met zijn tweetjes is het veel aangenamer.”


Toen de regen begon, sliep Poeh. Het regende en het regende en het regende, en hij sliep en hij sliep en hij sliep. Weet je nog dat hij op expeditie was naar de Noordpool? Hij was zo trots op zichzelf dat hij Janneman Robinson vroeg of er nog andere ‘Polen’ waren.

“Er is een Zuidpool,” zei Janneman Robinson, “en ik denk dat er ook wel een Westpool en een Oostpool is, maar daar praat eigenlijk nooit iemand over.”

Poeh was erg opgewonden toen hij dit hoorde en stelde een expeditie naar de Oostpool voor, maar Janneman Robinson had andere plannen. Hij zou iets met Kanga doen, dus ging Poeh zelf op pad om de Oostpool te ontdekken. Geen idee of hij de Oostpool ook gevonden had, maar hij was zo moe toen hij thuiskwam, dat hij tijdens het eten van zijn maaltijd in zijn stoel in slaap was gevallen, waar hij sliep en hij sliep en hij sliep.

Hij droomde dat hij de Oostpool had gevonden. Het was er erg koud. Er lag sneeuw en ijs. Hij had een bijenkorf gevonden om in te slapen, maar er was geen ruimte voor zijn benen, dus had hij ze buiten gelaten. En de Wilde Woezels die op de Oostpool wonen, zaten te knabbelen aan zijn benen om van de vacht nesten te maken voor hun jongen. Hoe meer ze knabbelden, des te kouder zijn benen werden, tot hij…OH! Daar zat hij met zijn benen in het water en er was overal water rondom hem.

Hij stond op om even naar buiten te kijken.

“Oei, dit is ernstig,” zei Poeh, “ik moet hier zien weg te komen.”

Dus pakte hij zijn grootste pot honing en nam de benen via een brede tak van zijn boom die ruim boven het water hing en toen klom hij weer naar beneden en pakte opnieuw een pot honing. En toen hij met alles klaar was, zat Poeh op zijn tak, met zijn benen bungelend en er stonden tien potten honing naast hem.


knorretje

Twee dagen later zat Poeh op zijn tak en er stonden vier potten honing naast hem.

Drie dagen later zat Poeh op zijn tak en er stond één pot honing naast hem.

Vier dagen later zat Poeh er nog steeds….


winnie de poeh verhalen

En het was op de ochtend van de vierde dag dat de fles van Knorretje langs Poeh dreef. Poeh, die dacht dat het honing was, greep de fles uit het water en nestelde zich weer terug op zijn tak.

“Drommels!” zei Poeh toen hij zag dat er geen honing in de fles zat, maar een papiertje.

Hij haalde het papiertje uit de fles en keek ernaar.

“Het is een bericht,” zei hij tegen zichzelf, “maar ik kan het niet lezen. Ik moet Janneman Robinson, Uil of Knorretje opzoeken. Zij kunnen het lezen en me vertellen wat er staat. Maar ik kan niet zwemmen dus hoe moet ik dat doen? Drommels!”

Toen kwam hij op een idee: “Als een fles kan drijven, dan kan een pot ook drijven, en als een pot drijft, kan ik er bovenop zitten… als het een hele grote pot is..”


poeh beer

Dus hij zocht zijn grootste pot en gaf  het de naam ‘De Drijvende Beer’, want alle boten moeten een naam hebben.


pooh beer

Het duurde even voordat Poeh de juiste positie kon vinden om op De Drijvende Beer te blijven zitten, maar het lukte hem uiteindelijk en triomfantelijk bewoog Poeh zich voort krachtig peddelend met zijn voeten.


knorretje winnie de poeh

Janneman Robinson woonde op het hoogste deel van het bos. Het regende en het regende en het regende, maar het water kon niet helemaal tot zijn huis komen. Elke ochtend ging Janneman Robinson met zijn paraplu naar buiten om een stok neer te zetten waar het water was gekomen en elke ochtend was de stok verdwenen in het water en moest Janneman Robinson een nieuwe stok zoeken. Op een ochtend zag hij dat zijn hele huis omringd was met water. Het leek alsof hij op een eiland woonde. Wat overigens best spannend was.


Janneman robinson winnie de poeh

Deze ochtend vloog Uil over het water naar het huis van Janneman Robinson om hem gedag te zeggen.

“Kijk eens, Uil,” zei Janneman Robinson, “Is het niet grappig? Ik woon nu op een eiland!”

“Tsja, de weersomstandigheden zijn op dit moment erg onfortuinlijk,” zei Uil.

“De wattes?”

“Het heeft nogal geregend,” zei Uil.

“Ja, zeker weten,” zei Janneman Robinson.

“Het waterpeil heeft een ongekende hoogte bereikt.”

“De wattes?”

“Er is veel water overal,” zei Uil.

“Ja, zeker weten,” zei Janneman Robinson.

“De vooruitzichten zijn echter wel een stuk gunstiger, er wordt….”

“Heb je Poeh gezien?” vroeg Janneman Robinson.

“Nee,” antwoordde Uil, en hij wilde net verder vertellen..

“Ik hoop dat het goed met hem gaat,” zei Janneman Robinson, “ik verwacht dat Knorretje bij hem is. Denk je dat het goed met hen gaat, Uil?”

“Ik denk het wel,” zei Uil, “want weet je…..”

“Zou je zo vriendelijk willen zijn om even bij ze te kijken, Uil, want Poeh is nu eenmaal niet zo’n slimme beer en misschien doet hij iets doms en ik maak me zorgen. Wil je dat doen, Uil?”

“Ja hoor, dat zal ik doen,” zei Uil, “ik kom zo weer terug.” En toen vloog hij weg.

In korte tijd was hij weer terug.

“Poeh is er niet,” zei Uil.

“Is er niet?”

“Hij was er wel. Hij heeft buiten zijn huis op een tak gezeten met negen potten honing naast zich, Maar nu is hij er niet meer.”

“Oh Poeh,” riep Janneman Robinson, “waar ben je nu?”


knorretje winnie de poeh

“Hier ben ik,” zei een stem achter hem

“Poeh!”

Ze vlogen elkaar in de armen.

“Hoe ben je hier gekomen, Poeh?” vroeg Janneman Robinson.

“Op mijn boot!” zei Poeh trots. “Ik kreeg een belangrijke boodschap in een fles en omdat ik water in mijn ogen kreeg, kon ik het niet lezen, dus heb ik het naar jou meegenomen. Op mijn boot.”


knorretje en poeh

Met deze trotse woorden gaf Poeh het briefje aan Janneman Robinson.

“Het is van Knorretje!” riep Janneman Robinson toen hij het had gelezen.

“We moeten hem meteen gaan redden! Ik dacht dat hij bij jou was, Poeh! Uil, zou je hem kunnen redden door hem op je rug mee te nemen?”

“Ik denk het niet,” zei Uil, “het is twijfelachtig of ik de benodigde rugspieren…”

“Zou je dan nu meteen naar hem toe willen vliegen en zeggen dat er redding onderweg is. Poeh en ik zullen ondertussen bedenken hoe we hem zullen redden en zo snel mogelijk naar hem toe komen. Kun je stoppen met praten en nu meteen gaan, Uil?”

En Uil vloog weg, hoewel hij graag nog wat had willen zeggen.

“Goed dan,” zei Janneman Robinson, “waar is jouw boot, Poeh?”

“Ik moet zeggen,”zei Poeh terwijl ze van de heuvel af richting het water liepen,”dat het geen gewone boot is. Soms is het een boot, en soms iets anders. Het hangt er soms van af.”

“Waar hangt het van af?”

“Of ik erop zit of erin zit.”

“Oh, kom op, waar is het?”

“Daar!” zei Poeh en hij liet Janneman Robinson trots zijn De Drijvende Beer zien.

Het was niet wat Janneman Robinson verwachtte, maar hij vond het wel dapper en slim bedacht van Poeh.

“Maar het is te klein voor ons tweeën,” sprak Janneman Robinson bedroefd.

“Of voor ons drieën, met Knorretje erbij.”

“Oh Poeh, wat moeten we nu doen?”

En toen bedacht deze beer, Poeh-beer, Winnie de Poeh, vriend van Knorretje, compagnon van Konijn, Poolontdekkingsreiziger, Iejoors steun en toeverlaat en staartvinder, in feite, Poeh in eigen persoon, een plan. En toen hij hardop vertelde wat zijn plan was, was Janneman Robinson zo versteld van de genialiteit van het plan, dat zijn mond openviel. Dit is wat Poeh zei:

“We zouden met jouw paraplu kunnen gaan.”

Janneman Robinson zag dat wel zitten. Hij opende zijn paraplu en legde die met de punt naar beneden in het water. Het dreef, maar begon te wiebelen toen Poeh erin stapte. Maar toen Janneman Robinson ook plaatsnam in de paraplu, wiebelde het niet meer.


winnie the pooh verhaal

“Ik zal deze boot ‘Het Brein van Poeh’ noemen,” zei Janneman Robinson en ‘Het Brein van Poeh’ zeilde onmiddellijk in zuidwestelijke richting, gracieus rondjes draaiend.


verhaal winnie the pooh

Je kunt je de vreugde van Knorretje voorstellen toen hij Janneman Robinson en Poeh in ‘Het Brein van Poeh’ zag aankomen.

Jaren later dacht Knorretje graag aan deze tijd terug als de ‘Verschrikkelijke Regen Tijd’ waarin hij in zeer groot gevaar was geweest. Maar het enige gevaar waarin hij echt was geweest, was het laatste half uur toen Uil op een tak voor het raam van Knorretje ging zitten en hem een dodelijk vermoeiend verhaal ging vertellen over een tante die ooit per ongeluk een zeemeeuw ei had gelegd. Uil deed dat om Knorretje te troosten. Maar Knorretje, die zijn best deed het verhaal van Uil te volgen, viel in slaap en gleed langzaam uit het raam naar het water. Tot hij nog enkel aan zijn tenen aan het raam hing, waarbij hij wakker schrok door een plotseling luid gekrijs van Uil. Dat laatste maakte deel uit van het verhaal dat Uil vertelde.

Dus je kunt je de vreugde van Knorretje voorstellen toen hij eindelijk ‘Het Brein van Poeh’ over het water zag komen met Janneman Robinson (als kapitein) en Poeh (als Eerste Stuurman).


winnie de poeh janneman robinson

En dat is het einde van het verhaal, en nu ben ik heel moe van die laatste alinea dus ik denk dat het goed is dat het verhaal hier stopt.


Downloads