Het Verhaal Van Heer Vos

Dit verhaal gaat over Heer Vos en Dirk Das. Ik waarschuw jullie alvast: met deze twee wil je liever niets mee te maken hebben, zo onaangenaam als deze twee zijn.

Heer Vos verplaatste zich telkens zo snel, dat je niet wist waar hij nu weer kon zijn. Maar waar hij woonde, veroorzaakte hij altijd problemen.

Heer Vos had meerdere huizen, maar hij was zelden thuis.

Zijn huizen waren niet altijd leeg als Heer Vos er niet was. Dirk Das ging er vaak wonen, zonder het aan Heer Vos te vragen.

Dirk Das was een klein en dik figuur met altijd een nare grijns op zijn gezicht. Goede manieren had hij zeker niet. Hij at wespennesten, kikkers en wormen. Je kon hem zien waggelen in het maanlicht, terwijl hij dingen zat op te graven.

Zijn kleren waren altijd vies en als hij overdag sliep, hield hij zijn laarzen gewoon aan. En het bed waar hij in sliep, was over het algemeen het bed van Heer Vos.

De oude Heer Konijn woonde bij zijn zoon Benjamin en schoondochter Flopsie en hun kinderen. De oude Heer Konijn moest die dag op de kinderen passen, want Benjamin en Flopsie gingen een middagje weg.

De kleine baby konijntjes lagen in een donzig bed te slapen in een ondiep hol. Ze hadden er hun eigen hol. Het was gescheiden van het grote konijnenhol. En eerlijk gezegd was de oude Heer Konijn ze vergeten.

De oude Heer Konijn zat in het zonnetje met Dirk Das te praten. Deze liep door het bos met een zak en een schoffel om mollen op te graven. Hij klaagde over de schaarste aan fazanteneieren en beschuldigde Heer Vos ervan ze te stelen. En de otters hadden alle kikkers weggejaagd. “Ik heb amper wat te eten! Ik zou van de honger zowat mijn eigen staart nog opeten,” mopperde Dirk Das.

De oude Heer Konijn moest er een beetje om lachen, want Dirk Das zag er met zijn dikke buik nu niet bepaald uitgehongerd uit.

De oude Heer Konijn nodigde Dirk Das uit om binnen te komen om een plakje cake te proeven. Dirk Das wurmde zich daarop het konijnenhol in. De oude Heer Konijn stak een sigaar van konijnentabak aan en gaf er Dirk Das ook een. Het konijnenhol vulde zich met rook en de oude Heer Konijn sloot zijn ogen… vanwege de rook.

Toen Flopsie en Benjamin terugkwamen, werd de oude Heer Konijn wakker. Dirk Das en de baby konijntjes waren weg!

Benjamin Konijn ging onmiddellijk achter Dirk Das aan. Het was niet moeilijk om hem te volgen. Je kon hem ruiken en zijn voetsporen lieten zien waar hij het bos was ingegaan.

Benjamin Konijn bereikte een deel van het bos waar de bomen waren gekapt.

Hier stond het stokhuis van Heer Vos, gemaakt van stokken. Dit keer was Heer Vos thuis. Benjamin Konijn maakte dat hij snel voorbij het huis kwam en volgde verder de sporen van Dirk Das.

Het werd laat in de middag. Andere konijnen kwamen naar buiten. Een van hen droeg een blauwe jas. Het was de neef van Benjamin Konijn. “Neef Pieter! Neef Pieter!” riep Benjamin.

“Wat is er aan de hand, neef Benjamin?” vroeg Pieter Konijn.

“Dirk Das heeft mijn kinderen gestolen en in een zak gestopt! Heb jij hem soms gezien?”

“Wie van de kinderen heeft hij gestolen?” vroeg Pieter Konijn.

“Hij heeft ze allemaal gestolen, alle zeven! En, heb je hem gezien?”

“Ja, nog geen tien minuten geleden heb ik hem gezien. Hij zei dat hij rupsen had gevangen.”

 “Welke kant ging hij op? ” vroeg Benjamin Konijn.

“Ik weet welke kant hij op is gegaan,” antwoordde Pieter Konijn. “Omdat Heer Vos in het stokhuis was, is hij naar het andere huis van Heer Vos gegaan, op de heuvel in het bos. Ik weet dat omdat hij een bericht achterliet voor Wipstaart. Ik moest haar zeggen dat hij langs zou komen.”

Pieter Konijn besloot met Benjamin Konijn mee te gaan. Ze staken verschillende velden over en begonnen de heuvel te beklimmen. De sporen van Dirk Das waren duidelijk te zien.

Eenmaal op de heuvel aangekomen zagen ze Wipstaart in de deuropening zitten.

Wipstaart had Dirk Das in de verte voorbij zien komen.

“Kom Pieter,” riep Benjamin Konijn. “Straks gaat hij ze opeten!” en ze versnelden hun pas naar het andere huis van Heer Vos.

Het huis was een kruising tussen een grot, gevangenis en vervallen varkensstal. Benjamin en Pieter Konijn slopen voorzichtig naar het huis en gluurden naar binnen.

Benjamin zag dat de voorbereidingen voor de maaltijd waren getroffen. Op de keukentafel stond een gigantische schaal. Er lag een groot vleesmes naast en een vork.

Er was niemand te zien, ook geen baby konijntjes. De keuken was leeg en het was stil. Pieter en Benjamin slopen om de rotsen heen naar de andere kant van het huis en kropen naar het slaapkamerraam. Het was gesloten en vastgeschroefd, maar er waren tekenen dat dit raam kort ervoor open was geweest. De spinnenwebben waren kapotgemaakt en je kon het zien aan de vuile voetsporen op de vensterbank.

De kamer was zo donker dat je er niets in kon zien, maar ze hoorden het gesnurk van Dirk Das. Toen hun ogen aan de duisternis gewend raakten, zagen ze dat iemand sliep in het bed van Heer Vos. “Hij is met zijn laarzen het bed in gegaan,” fluisterde Pieter.

Ze gingen terug naar de voorkant en probeerden het keukenraam open te krijgen. Maar het lukte ze niet. Er was te weinig licht om nog iets te zien. De zon was al ondergegaan.

Dus gingen ze samen zitten voor het raam, fluisterend en luisterend. Het gesnurk van Dirk Das was hoorbaar, maar van de kleine konijntjes was geen spoor!

In het maanlicht zagen Benjamin en Pieter een deurtje naast de keukenhaard. Het was het deurtje dat bij een stenen oven hoorde. Nu hoorden Benjamin en Pieter geluidjes achter het deurtje. Het waren de jonge konijntjes!

Maar nog steeds konden Benjamin en Pieter niet het huis naar binnen. Alles was te goed vergrendeld. Dus besloten de twee een tunnel te graven.

Urenlang waren ze ermee bezig en aan het einde van de nacht zaten ze onder de keukenvloer.

Toen hoorden ze Heer Vos, hij naderde het huis.

Heer Vos was in een vreselijke bui. Hij had een slechte nacht gehad. Eerst had hij – per ongeluk natuurlijk – een porseleinen bord gebroken. De muggen hadden hem de hele nacht geërgerd en hij had deze ochtend mis gegrepen in het nest van een fazant. Daar zaten nog maar twee eieren in, en die waren ook nog eens bedorven.

Dus wat ging Heer Vos doen als hij uit zijn humeur was? Dan ging hij weer verhuizen, dit keer terug naar zijn huis op de heuvel.

Heer Vos opende zijn huis met een grote, roestige sleutel en ging naar binnen.

Heer Vos zag dat iemand in zijn keuken was geweest. Toen hoorde hij gesnurk uit zijn slaapkamer.

Dus sloop Heer Vos de slaapkamer in. Daar lag Dirk Das te snurken.

Heer Vos pakte eerst zijn wandelstok, maar bedacht een plan en ruilde zijn wandelstok voor een waslijn en opende het slaapkamerraam.

Hij liet een deel van de waslijn op de vensterbank liggen. De rest van de lijn, met een haak op het einde, bleef in zijn hand. Dirk Das leek er niets van te merken. Maar toen Heer Vos de kamer verliet, keek Dirk Das met één oog naar het touw en begon te grijnzen.

Heer Vos was naar de achterkant van het huis gegaan en bond de waslijn vast aan een boom. Onderweg struikelde hij bijna over het konijnenhol.

Toen pakte Heer Vos een grote emmer en vulde hem met water. Hij zette een stoel neer naast het hoofdeinde van het bed en klom erop. Heer Vos was van plan om de emmer aan de haak te hangen, bungelend over het hoofd van Dirk Das. Hij wilde er een koude douche van maken, met behulp van de lijn door het raam.

Maar met de dunne beentjes van Heer Vos lukte het hem niet om de zware emmer boven het hoofd te tillen.

Dirk Das hield zijn ogen stijf gesloten en deed alsof hij nog steeds sliep.

Heer Vos stapte van de stoel af en goot het water uit de emmer leeg. Omdat hij niet de hele emmer water in één keer kon optillen, pakte hij een melkkan en schepte hij geleidelijk liters water in de emmer. De emmer werd voller en voller en zwaaide als een slinger. Dirk Das deed of hij sliep en bewoog niet.

Eindelijk waren de voorbereidingen van Heer Vos klaar. De emmer zat vol water, het touw was strak over de bovenkant van het bed gespannen en via de vensterbank buiten om de boom gebonden.

Toen verliet Heer Vos de slaapkamer. Hij ging het huis uit en sloot de voordeur. Hij snelde naar de boom om het touw los te maken, zodat de emmer water op Dirk Das leeg gekieperd zou worden.

Maar Dirk Das was al uit het bed gekomen en verliet de kamer met een grote grijns op zijn gezicht.

Hij ging naar de keuken en stak het vuur aan om water te koken. Aan de baby konijnen dacht hij nu even niet.

Het viel niet mee voor Heer Vos om het touw los te krijgen. Het gewicht van de emmer had de knoop te strak getrokken. Hij moest het met zijn tanden los knagen en dat was geen pretje.

Uit het huis klonk een geweldige klap en een plons.

Maar geen geschreeuw. Heer Vos gluurde door het raam naar binnen. Het water droop van het bed. De emmer was op het bed gevallen. Er was geen gesnurk te horen en er bewoog niets.

Heer Vos dacht hij dat hij Dirk Das had gedood met de emmer met water. “Nog beter!” dacht Heer Vos. “Ik zal hem in het gat dat hij bij de voordeur heeft gemaakt begraven en ik zal mijn matras en beddengoed in de zon laten drogen.”

Terwijl hij de deur van zijn huis opende dacht Heer Vos na over hoe hij zijn huis hygiënisch schoon zou krijgen. Achter de deur zat Dirk Das aan de keukentafel en schonk zichzelf een kopje thee in het theeservies van Heer Vos. Hij was helemaal niet nat en gooide het kopje thee naar Heer Vos.

Toen stormde Heer Vos woedend op Dirk Das af en er ontstond een angstaanjagend gevecht tussen de twee. De konijnen die onder de vloer zaten kropen snel de tunnel uit en verscholen zich in de bosjes.

Het gevecht veroorzaakte in het huis een ravage. De baby konijntjes werden trillend wakker. Het was nu maar goed dat ze waren opgesloten.

Niets bleef gespaard in het huis, alles ging kapot en de haren van Heer Vos vlogen in het rond. Dirk Das en Heer Vos rolden vechtend heuvelafwaarts naar buiten.

Dit zorgde voor een goede gelegenheid voor Benjamin Konijn om zijn kinderen uit de oven te bevrijden.

Thuis in het konijnenhol maakte Flopsie voortdurend ruzie met de oude Heer Konijn. De oude Heer Konijn werd door haar vervolgens achter een stoel klemgezet en ze had hem zijn pijp afgepakt en de tabak verstopt.

Benjamin Konijn wist intussen zijn kinderen uit de keuken te halen van Heer Vos. Samen met zijn neef Pieter Konijn droegen ze de kinderen weer snel terug naar het eigen, veilige konijnenhol.

Groot was de opluchting van de oude Heer Konijn en de vreugde van Flopsie toen ze Benjamin en Pieter met de babykonijnen zagen aankomen. De kinderen waren erg hongerig en kregen iets lekkers. De oude Heer Konijn kreeg een nieuwe pijp en een verse voorraad konijnentabak.

Die avond gingen ze samen heerlijk eten en Benjamin en Pieter vertelden hun verhaal. Alleen konden ze niet vertellen hoe het was afgelopen met Heer Vos en Dirk Bas, want dat einde hadden ze niet afgewacht.

Downloads