De twee Potten

Twee Potten, één van koper en de andere van klei, stonden samen op de haard. Op een dag stelde de Koperen Pot aan de Aarden Pot voor om samen de wereld in te gaan. Maar de Aarden Pot verontschuldigde zich en zei dat het verstandiger voor hem zou zijn om in de hoek bij het vuur te blijven.

“Er is maar zo weinig voor nodig om me te breken,” zei hij. “Je weet hoe kwetsbaar ik ben. De minste schok zal me zeker doen barsten.”

“Laat je daardoor niet tegenhouden”, drong de Koperen pot aan. “Ik zal heel goed voor je zorgen. Als we iets moeilijks tegenkomen, zal ik tussenbeiden komen en je redden.”

Dus de Aarden Pot stemde uiteindelijk toe, en de twee gingen, zij aan zij, op weg. Het lopen was lastig, op drie stompe poten, ze zwierden eerst naar deze kant en dan naar die kant, en bij elke stap botsen ze tegen elkaar op.

De Aarden Pot kon dit natuurlijk niet lang overleven, dat begrijp je wel. Ze hadden nog geen tien passen gegaan of de Aarden Pot kraakte, en bij de volgende schok vloog hij in duizend stukken.


Downloads