De Mieren en de Sprinkhaan

Op een heldere dag, in de late herfst, was een familie Mieren druk aan het werk in de warme zonneschijn. Ze droogden het graan dat ze in de zomer hadden opgeslagen.
Dit graan was hun wintervoorraad.

Toen kwam er een uitgehongerde Sprinkhaan, met zijn viool onder zijn arm, naar hen toe.
Hij smeekte nederig om een ​​hapje eten.

“Wat!” riepen de Mieren verbaasd, “heb je niets opgeborgen voor de winter?
Wat heb je in vredesnaam de afgelopen zomer dan gedaan?”

“Ik had geen tijd om voedsel op te slaan”, jammerde de Sprinkhaan.
“Ik was zo druk met muziek maken dat voor ik het wist de zomer voorbij was.”

De Mieren haalden vol afschuw hun schouders op.

“Muziek maken,hè”, jammerden ze. “Heel goed hoor, ga dan nu maar lekker dansen!”
En ze keerden de Sprinkhaan de rug toe en gingen door met hun werk.


Downloads